Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard

De servicedienst voor al uw weersinformatie!
 



HET WEER,
NADER VERKLAARD
de (oudere) verhalen zijn soms niet meer helemaal up to
date, onze excusses daarvoor, red.

Herfst in drie eeuwen

De laatste jaren hadden we vaak tot laat in de herfst
nog fraai nazomerweer. De herfstseizoenen van 1999,
2000, 2001, 2005, 2006, 2009, 2011, 2014, 2018,
2022, 2023, 2024 en waarschijnlijk ook 2025 staan in
de top tien van de warmste in zeker honderd jaar.
We kunnen echter nog verder terug in de geschiedenis.
In december 1705 begon wateropziener Nicolaus
Cruquius als eerste in ons land het weer systematisch
bij te houden. Drie keer per dag noteerde hij luchtdruk,
temperatuur, vochtigheid en wind en ook de neerslag
en verdamping. Cruquius begon weerinformatie te ver-
zamelen om de waterhuishouding beter te begrijpen.
Hij verzamelde ook gegevens van getijden en water-
standen, de hoogte en kwaliteit van dijken en storm-
vloeden en overstromingen. Hij wilde de informatie uit-
brengen op kaarten voor zijn grootse plan om ons land
te beschermen tegen overstromingen. In samenspraak
met enkele professoren uit Leiden diende hij in 1727
zijn plan in bij de toenmalige regering, de Staten van
Holland. Zijn vooruitstrevende ideeën liepen echter
vast in ambtelijke molens. Zijn bewaard gebleven
weerkundige waarnemingen zijn echter van blijvende
waarde en vanwege de klimaatproblematiek zeker
tegenwoordig van onschatbare waarde. De gemiddelde
temperatuur over de drie herfst maanden september,
oktober en november 2006 was 13.6 graden. Daarmee
is het najaar van 2006 veruit de warmste herfst in drie
eeuwen. Na 2006 wordt de top tien ingevuld door 2005
en 1731 (12.0 graden), 1772 (11.9 graden), 1723 en
1779 (11.8 graden) en 1795 en 1969 (11.7 graden).

Dagboeken uit de zeventiende eeuw bevestigen
de "seer scone warme herfst" en melden lange warme
periodes. Een schrijver in Den Haag ziet half november
1723 "druiven die volkomen geset waren en een appel-
boompje dat twee nieuwe vrugtjes hadde en een
bloesem geleijck". De temperatuurmetingen zijn in de
18de eeuw gedaan in het westen van ons land.
Cruquius verrichtte zijn metingen in Delft en Leiden,
maar de meeste waarnemingen zijn gedaan bij het door
water omringde Huize Swanenburgh in Halfweg.
De oude metingen worden door het KNMI tegenwoordig
nader onderzocht op kwaliteit om ze enigszins vergelijk-
baar te kunnen maken met de huidige temperatuur-
metingen. Door de aandacht voor historische klimaat-
reeksen komen steeds meer gegevens beschikbaar en
is het beter mogelijk geworden de uitzonderlijkheid van
zo'n seizoen te bepalen. Voor andere gegevens dan de
temperatuur, zoals neerslag en zon zijn minder lange
reeksen beschikbaar. Voor neerslag sinds het midden
19de eeuw en voor de zon sinds het begin van de
20ste eeuw. Zo is vast te stellen dat de herfst van 2005
met 444 uur zon op één na de zonnigste was sinds het
begin van de metingen. Het najaar van 1959 staat aan
top met in de drie herfstmaanden 449 zonuren tegen
314 normaal. De recorddroge herfst van 1953 met
slechts 52 mm. Recordnat was de herfst in 1998 toen
in De Bilt 468 mm. viel tegen 241 mm. normaal.


KNMI /
Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard