HET
WEER,
NADER VERKLAARD
de (oudere) verhalen
zijn soms niet meer helemaal up to
date,
onze excusses daarvoor,
red.
Wintervoorspellingen
In de loop van de herfst
en soms al eerder verschijnen
de eerste
wintervoorspellingen.
Wordt het een strenge
winter of stelt de kou niet
veel voor?
De laatste
decennia
waren
de meeste winters zacht maar
soms
was het
ook
koud met veel sneeuw. De grote
vraag is
steeds weer
hoe de
komende winter
gaat
verlopen.
Het KNMI maakt
voor
Nederland geen
seizoensver-
wachtingen omdat de
betrouwbaarheid door het
grillige weer
in
Nederland te
wensen
overlaat.
Seizoensvoorspellingen werden
eeuwen
geleden
al
gepubliceerd
in almanakken.
Zo bestaan er
gezegden,
die in het herfstweer een voorbode van de
naderende
winter zien.
Veel spreuken
wijzen
op de
winterkou na
een
zachte herfst:
"is
oktober
warm
en fijn,
het
zal
een
strenge
winter
zijn".
Uit de cijfers
blijkt dat
niet,
van de
vijftien
zachtste
oktobermaanden
in
drie eeuwen
werden er
slechts
drie
gevolgd
door een
koude winter.
Ook
andere
regels zijn
niet
of nauwelijks
met feiten te
staven.
Zo zijn er
weerregels gebaseerd op
de
stand
van planeten of het verband tussen zonnevlekken en
de
winter.
Een aantal
koude
winters
in
Nederland
viel
inderdaad
samen met
een
periode met
weinig
zonne-
vlekken,
maar
dat
geldt
ook
voor
een aantal
zachte
winters. Voor ons
land
gaat
ook
dat
verband dus
niet
op. Sommige weerregels zijn
de
laatste decennia
nog
eens goed onderzocht en op
waarde beoordeeld.
Befaamd
zijn de regels
van
de
Duitse
meteoroloog
Bauer
uit de
jaren
vijftig.
"Is de
eerste
helft van
december in
Berlijn
meer
dan
2 graden warmer
dan
normaal,
dan is de
kans
groot dat
de
hele winter
zacht
is".
Over een perioden
van
150 jaar
waren
er
maar
10 uitzonderingen. Ook voor
oktober
heeft hij
een
regel:
een
warme
oktober in
Midden-Europa
met
in
Duitsland
ten
westen van de Oder
weinig
regen
wordt
vaak gevolgd
door een koude januari.
De
weerkundige Easton ontwikkelde begin vorige
eeuw
een terugkeercyclus
van
89 jaar
voor een
strenge
winter.
In de meetreeks sinds 1706 is
die
cyclus
echter
niet
te
traceren en
wisselen
koude en
zachte winters elkaar in
een willekeurige volgorde af.
Ook de wetenschap houdt
zich bezig met seizoens-
verwachtingen, maar de winterverwachtingen voor
Europa blijken geen
waarde
te
hebben,
de
trefkans is
zeer
gering.
Zulke
prognoses
zijn
alleen in
bepaalde
gebieden en
bepaalde
seizoenen
mogelijk.
Soms zijn
er langzaam
veranderende invloeden
op het weer, die
een voorspelling van het gemiddelde
mogelijk
maken.
Zoals de
temperatuur
van
de
Noordzee,
die maar
lang-
zaam
verandert.
Daardoor
wordt een
zachte
maand
aan
de
kust vooral in
de
2e
helft
van de
winter
vaak
gevolgd
door nog
zachter
weer.
Ook het
weer in
de
voorafgaande herfst zegt niets over de
naderde
winter.
Het grillige
weer laat
zich niet
in simpele
regels
vangen
en er is
dus
op een termijn
van
3 tot
6 maanden
vooruit
weinig zinnigs te
zeggen over
de
komende
winter
in
ons land. Zachte winters
waren
de
laatste
decennia
in
de
meerderheid,
maar
het
warmere
klimaat
betekent
niet
dat we alleen maar
zachte
winters
krijgen.
De
verschillen tussen opeenvolgende
winters
kunnen
bijzonder
groot
zijn.
Wetenschappers
proberen
al
lange
tijd goede voorspellers voor het
weer
van de
naderde
winter te
vinden
maar
de resultaten zijn mager.
KNMI / Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard