HET
WEER,
NADER VERKLAARD
de (oudere) verhalen
zijn soms niet meer helemaal up to
date,
onze excusses daarvoor,
red.
Meer dan vierhonderd jaar weerkundige
metingen
Meer dan vier eeuwen geleden zijn de eerste
temperatuur
en
vochtmetingen
verricht.
Nederland
was
één van
de eerste
landen en
mogelijk zelfs het
eerste
land
waar de
temperatuur
systematisch werd
bijgehouden.
De Italiaan Galilei
Galileo
bedacht in
1593 zijn thermoscoop, de voorloper van de thermo-
meter,
ook
bekend
als florentijnse
thermometer.
Het instrument bestond uit een
lange
rechtopstaande
buis,
die aan
de
bovenkant bolvormig was afgesloten.
Het andere
(open)uiteinde
stond in
een bak
water.
Hoe warmer het werd,
hoe meer de lucht in de bol
uit-
zette
en hoe verder de
waterkolom in de buis
omlaag
werd gedrukt. Aan metingen van de luchttemperatuur
werd toen in
Italië
nog niet
gedacht.
De thermoscoop
werd eerst gebruikt om de wijn-temperatuur
te
meten
en
mogelijkheden voor koeling
te
onderzoeken.
De in
Alkmaar geboren natuurkundige Cornelis Drebbel
maakte in
1612 een
vergelijkbaar instrument. Dankzij
hem
kreeg het
instrument in ons land
bekendheid.
De in het weer
geïnteresseerde Isaac Beeckman uit
Zierikzee
zag in
1621
op het
stadhuis in Delft zo'n
thermoscoop
van
Drebbel.
De
raadsleden staken
pennetjes
bij de
stand van het
water,
zodat ze zagen of het warmer
was geworden.
Beeckman raakte zo gefascineerd dat hij in
Dordrecht,
waar hij als
rector
werkte, op het dak van
de school
een torentje bouwde voor weer- en sterrenkundige
waarnemingen. Op het torentje was een weerhaan
geplaatst waarvan de stand
(de windrichting)
d.m.v.
een stang op een wijzerplaat
op de
zolderkamer
kon
worden afgelezen.
Hij plaatste daar
ook een
enorme
thermoscoop, zodanig dat de bolvormige
bovenkant
van de glazen
buis
boven het dak
uitkwam.
De onderkant
stond
op zolder
in een
bak
water.
De stand van het water in de buis varieerde
met
de
temperatuur
van de
buitenlucht.
Zo kon hij dus
op
zolder de
temperatuur aflezen.
Beeckman
nam
zijn
observatorium in
1628 in gebruik
en was de
eerste ter
wereld
met een
weerstation. De meetgegevens zijn
nooit gevonden, wel zijn
dagboeken
met
weerkundige
aantekeningen uit de jaren 1612-1615
in Zeeland.
Zulke dagboeken
met dagelijkse aantekeningen van
bewolking en windrichting uit een ver verleden
zijn
van
grote waarde
voor klimaatonderzoek.
KNMI / Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard