HET
WEER,
NADER VERKLAARD
de (oudere) verhalen
zijn soms niet meer helemaal up to
date,
onze excusses daarvoor,
red.
Kortste dagen
De 21ste of 22ste december, de dagen waarop
de
sterrenkundige winter
kan beginnen, is dit jaar de 21ste
om 16.03 en is daarmee de kortste dag van dit jaar.
In deze tijd komt de zon pas om
8u46 op en
om
16u30
gaat zij weer onder. Dit zijn echter niet de
uiterste tijd-
stippen: vanaf
13 december gaat de zon later onder en
op 30 december
blijft
het
's ochtends
het langst
donker.
Dat komt doordat de
baan
van de
aarde om
de zon
geen
cirkel is,
waardoor
de zon
in de
winter sneller
beweegt dan in
de zomer.
Het gevolg
is
dat de zon
dagelijks iets later door het zuiden gaat.
Ook is de dag-
lengte
(het verschil
in
tijdstip van
opkomst
en ondergang
van
de zon) afhankelijk
van de
geografische
breedte.
Zo heeft
Zuid-Frankrijk al
op
9 december de
vroegste
zonsondergang
en de meest
late
zonopkomst
op
3 januari.
De hoeveelheid
zon die
de
atmosfeer op de
kortste dag
ontvangt,
is 85 %
minder
dan op de
langste
dag, rond 21
juni.
Dit verschil
danken we
niet alleen
aan
de
grotere
daglengte, maar hangt
ook samen
met
de
hogere
zonnestand.
Hoe hoger
de zon
aan
de hemel,
hoe kleiner het oppervlak dat door een stralenbundel
verlicht wordt en hoe
hoger de temperatuur.
Toch zijn
21 juni en
21 december
meestal niet de
warmste en de
koudste dagen.
Hoe kleiner
het door
de
stralen verwarmde
oppervlak,
hoe hoger de
temperatuur.
Het klimaatsysteem reageert vertraagd
op verande-
ringen
in
de
hoeveelheid
warmte.
De 21ste december
is
meestal
niet de koudste dag
in
De Bilt: de laagste
temperatuur
wordt
ongeveer
een
maand later bereikt.
Water warmt
langzamer
op
dan land en houdt warmte
ook langer vast.
Daardoor
gelden
aan
de kust
andere
data dan landinwaarts.
In Rotterdam
en
Den Haag
valt
de koudste dag zo'n
45 dagen
na
21
december.
Voor
Winterswijk
is dat
verschil
maar
10 dagen.
Het ligt
voor de hand te
veronderstellen
dat
dichtbij
zee
een
warme maand
vaker
gevolgd wordt
door
opnieuw een
warme maand,
terwijl op een koude maand in
veel
gevallen nog
een
koude maand volgt.
Dit blijkt inder-
daad zo
te zijn,
maar
alleen
aan het einde
van
de
zomer
en
de
winter.
Het verband van
de
temperatuur tussen
opeenvolgende
maanden neemt
ook af
naarmate
de
plaatsen
verder
van zee
liggen.
De
relatie heeft
alleen
betrekking
op
de
gemiddelde
temperatuur
en zegt
niets
over
wind, regen en zon.
KNMI / Weer Servicedienst Leeuwarden/Wytgaard